In mijn coachruimte hangt de spreuk “De Mensch heeft zoo veel vrijheid als hij nemen durft.” Een cliënt kijkt er steeds naar en zegt: “ik kan me er niet van los maken. Dit is nou precies wat ik niet durf. Mijn vrijheid te nemen”.
Een andere passant in de coaching kijkt er ook gefascineerd naar en zegt: “ja dat klopt wel. Ik ben alleen-verdiener en moet in mijn eentje geld verdienen voor ons gezin, dus ik kan maar beter niet te veel vrijheid pakken.”
Een 3e coachee ziet dezelfde spreuk en zegt: “Gôh, mooie spreuk: een mens heeft zoveel wijsheid als hij nemen durft”. Ik vraag of hij het nog es wil lezen en nog es en nog es. Pas de 4e keer ziet hij zijn Freudiaanse verlezing.
Wat een spreuk uit 1899 dus nog kan oproepen!
“Laat wezen wat zij: de gedachten zijn vrij”
Ik wil u graag even meenemen naar de spreuk “De Mensch heeft zooveel vrijheid als hij nemen durft”. Waar stond deze voor? Ik neem U mee naar de ontdekkingen die mij hierop brachten en hoe dit verweven is met mijn persoonlijke leven en mijn professie als coach.
Toen ik 8 of 9 jaar oud was zat ik bij meester Schutte in de klas op de OLS (Openbare Lagere School). De toenmalige 2e en 3e klas zaten samen in 1 lokaal. We hadden de onvermijdelijke zangles en we zongen het lied “De gedachten zijn vrij”. Het gaat erover dat niemand je gedachten kent. Ze dansen voorbij als schimmen tussen de mensen. Niemand kan ze raken. Met als mooie laatste zin: “Laat wezen wat zij: de gedachten zijn vrij”.
Hoe jong ik ook was, dit lied riep iets in mij op. Dit was geen “door de bos en door de heide” of “klein klein kleutertje”- lied. Het ging dieper en ondanks dat ik het hele woord diepgang niet kende, heb ik de tekst onthouden tot de dag van vandaag.
De Kolonie
Later fietsten we naar de middelbare school en reden langs een gebouw, een voormalige boerderij. Op de gevel stond een bordje “de kolonie”. Ook dat intrigeerde me. Mijn ouders vertelden dat dat een anarchistische kolonie was geweest waar mensen uit heel Europa kwamen wonen. Alles werd daar gedeeld.
Op mijn dorp woonden bijzondere mensen. Zij waren geheelonthouder. De natuur was hun dokter. De wet was “logen”. (leugen). Ze waren anti-militaristisch. Zij gingen met de vrachtauto naar Pinksterkampen. Zij waren gekleed in corduroy broeken en hadden vaak sandalen aan. Enkelen hadden lang haar of een lange baard. Ze dreven het liefst handel met elkaar met gesloten beurzen. Het waren zachtzinnige intelligente mensen. Ze waren rustig en je kon goed met ze praten. Sommigen waren in die kolonie grootgebracht of hadden daar gewoond. Ze werden allemaal stokoud.
Toen ik opgeroepen werd voor de dienstplicht werd het me al snel duidelijk gemaakt dat een jongen uit dit dorp niet in dienst ging. Veel van mijn leeftijdsgenoten en ik ook hebben de gekste trucs uitgehaald om er niet in te komen. Vaak met steun van de dorpsarts!
De ontdekking van Schermerhorn
In mijn jeugdige vragen kwam ik erachter dat “het brein” achter al deze gebeurtenissen de fameuze dominee Nicolaas Schermerhorn was geweest. Hij was op mijn dorp dominee van 1894 tot 1929 en tot op de dag van vandaag praten mensen nog over hem. Decennia later was dit dorp nog steeds één van de roodste gemeentes van het land. Mijn opa zei dat de kerk iedere week vol zat met ongelovigen.
Een aantal keren in mijn leven werd er op mijn deur geklopt om hier meer over te weten en eindelijk in 2017 viel het kwartje: ik moest op onderzoek. In dit onderzoek overkwam mij een totale verliefdheid op deze bijzondere man.
De persoon Schermerhorn
Dominee N.J.C. Schermerhorn was een vrijdenker. Aanvankelijk samen met Domela Nieuwenhuis een Vrije Socialist. Later werd hij anarchist. Hij was de oprichter samen met Domela van de IAMV : De Internationale Anti-Militaristische Beweging. Ook was hij mede oprichter van de ANGOB, de drankbestrijdingsorganisatie. Hij sprak voor allerlei organisaties zoals de nog steeds bestaande Vrijdenkersvereniging “De Dageraad. (Nu: De Vrije Gedachte.”) Hij was een begaafd redenaar, een opruier ook. Hij riep op tot algemene werkstakingen, tot dienstweigering. Hij was op het oorlogspad (De Oorlog tegen de Oorlog, zoals het toen heette) samen met Domela, met andere “Rode Dominees”. Hij werkte samen met de revolutionaire dichteres Henriëtte Roland Holst, met (stichter van de commune Walden-) Frederik van Eeden, met revolutie-uitroeper (nov 1918) Pieter Jelles Troelstra en nog zo wat verlichte geesten. Hij was bevriend met de fameuze anarchist Peter Kropotkin. Hij sprak op congressen in Parijs, Neurenberg, Berlijn, Leuven, Mechelen, Brussel.
Hij is 2 maal in de gevangenis gegooid voor zijn uitspraken. Hij werd door de kerkvoogden regelmatig geschorst. Er is door de Duitsers een moordaanslag op hem gepleegd (mislukt). Hij is door 2 organisaties (een Noorse en een Zweedse) voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede. Hij schreef 4 toneelstukken waar hij zelf de hoofdrol in speelde. Op zijn tournee door het land werd hij gevolgd door groepen jongeren die met hem meetrokken van plaats naar plaats om in zijn kielzog aan communistische en anarchistische propaganda te doen. Hij deed ook zijn revolutionaire verhaal op de radio in de jaren 20.
Op mijn zoektocht ontdekte ik een lijst met linksextremisten uit 1938. Opgesteld door de voormalige CID (Zeg maar IAVD van nu) waar al mijn buren opstonden! De zakelijke partner van mijn vader, de buurvrouw van de overkant, de fruitteler aan het einde van de straat en zo nog 10-tallen dorpsbewoners die ik allemaal kende!
Meegenomen en opgetild
Het is zo wel duidelijk. Deze man was een unieke persoonlijkheid. Ik trof dit aan in de archieven, in de oral history van familie en ex aanhangers, in musea en instituten, op het internet, in flarden van zinnen die mensen zeiden.
Maar ook: ik trof deze geest aan in mijzelf! Ik werd meegenomen en opgetild. Ik herkende mijn geschiedenis. Ik herkende de keuzes die ik gemaakt heb. Ik voelde me verwant met zienswijzen die ik deelde.
In de relatieve beknoptheid van dit artikel wil ik u proberen mee te nemen in wát dat was en waarom dát nou voor mij in mijn werk en in mijn leven zo actueel en treffend maakt.
De nóódzaak om je leidraad te volgen
Wat me raakte was de keuze die hij maakte. Hij sprak bijvoorbeeld eens bij een politieke bijeenkomst van de allerarmsten, de zogenaamde voddenjoden. Ze waren niet te onderscheiden van elkaar. Gekleed als ze waren in dat wat ze verzamelden. Het greep hem zo aan dat hij op dat moment wist: “ik moet”. Dát…dat onontkoombare. Niet zozeer de wil of zelfs een keuze maar …de nóódzaak voelen om je leidraad te volgen. Je wordt geroepen en je gaat. Hij zei: “Ik kan niet anders dan me aan de bevrijding van de mensen wijden”. En : “ik geef me over aan de geestelijke bevrijding”.
Wat me ook raakte is zijn persoonlijkheid. Charmant, goedgehumeurd, niet gekrenkt, enorm strijdbaar en agressief, niet bang voor de dood of de straf, met een enorme warme humor. Soms in de geschiedenis staan mensen op. Hij was er zo één.
Ik prijs me gelukkig om niet gelovig te zijn opgevoed, maar wat me midscheeps trof is zijn niet geloven in een god buiten en boven ons. Vlak voor zijn dood zei hij tegen de toen vermaarde Albert de Jong “ik ben eigenlijk altijd atheïst geweest”. Het mooie van zijn denken is dat hij het koppelde aan Tolstoi. Die schreef het toen beroemde boekje: “Het koninkrijk Gods is binnen in U”. Schermerhorn zei daarover dit: “De god die buiten ons geplaatst is, is een werktuig van de gevestigde orde”. “De kerk staat tussen de mens en god in. De kerk is de Judas van het Christendom.”
De hemel is hier en nu
God leren kennen is jezelf leren kennen, zo vond hij. Hij schafte in zijn kerk het gebed af en ook het gebruik van het woord god! Verder stopte hij met de zondagdienst! (uiteraard om vervolgens het land in te trekken voor zijn spreekbeurten.)
De hemel is dus niet ná het leven maar hier en nu ín het leven. En hoe dan met Jezus? Wel: “Jezus is door de kerk gemonopoliseerd en werd voor hun doeleinden gebruikt”. Maar- zo was zijn betoog- ook deze figuur van Jezus , deze universele strijder kan in jou opstaan als het nodig is. Durf je? Durf je die vrijheid te nemen?
De 5 K’s
Hij zag de massa als dom. Die werd dom gehouden door de 5 K’s: de kroeg hield ze bedwelmd, het kapitaal hield ze arm en volgzaam, de krijgsmacht dwong hen voor het kapitaal te vechten, het koningshuis ondersteunde dit en… de kerk ook!
Zijn mooie antwoord op de R.K. kerk die voorop liep in de steun voor kapitaal en oorlog: “De waarlijk vrijdenkende mens laat zich door ‘t zoet gefluit der vogelaar niet in hun netten lokken. De muziek en zang zijn aangrijpend en ontvoert mensen aan de harde dagelijkse werkelijkheid. Toch is de roomse kerk de fnuikster van het leven omdat zij mensen in geestelijke boeien slaat.” Kijk: dat is nog eens taal!
Vrijdenken
Het centrale thema wat me inspireerde, was het vrijdenken. Toen een internationale beweging nu een vergeten woord.
Wat is vrijdenken?
1. De vrijheid om zelf te denken wat je wilt: De gedachten zijn vrij.
2. Je te bevrijden door middel van het denken.
Hij bedoelde niet het piekeren, het planmatig denken, het rationele ergens over nadenken. Vrijdenken is gekoppeld aan wie ben ik en dat wat waarachtig en waar is. Een vrijdenker laat de conventies los en leert door zaken heen te kijken. En dat geeft het inzicht in waar je je in het hier en nu van kon bevrijden.
Inzicht leidt tot bewustwording en dat leidt tot actie!
In je hoofd ben je vrij. Rudolf Steiner zei dat dit de enige plaats was waar we waarlijk vrij zijn.
“De mensen moeten vrij leren denken. Hun ware menszijn ontdekken, daar zit- wat ik noem- de goddelijke vonk. Díe leren kennen, dáár open voor staan, dát is de enige weg waardoor de ogen open konden gaan.”
En: “Het hiernamaals bestaat hier en nu en god leeft in ieder van ons ook hier en nu! De wil is vrij en onafhankelijk. Ik accepteer geen enkel gezag van welke kerkelijke autoriteit dan ook. Het enige wat ik wil is de ontmoeting met de god in mij die zegt: UW WIL GESCHIEDE!” Deze revolutionaire boodschap sprak hij uit tegen zijn kerkgangers en bij demonstraties. De “rode horden” van Schermerhorn waren alom gevreesd!
Tijdgenoten
Hij was een tijdgenoot van Freud, van de jonge Krisnamurti, van Jung, van Domela Nieuwenhuis, Van Peter Kropotkin, van Frederik van Eeden. De overeenkomst met deze mensen in het interbellum (tussen WOI en WO II) is dat zij voorvoelden wat er gaande was. De elite voelde dit niet. Het was tijd voor bevrijding en Schermerhorn was daar een van de voorlopers in.
Leidraad
Als ik alles samenvat wat ik van deze man geleerd heb, in mijn ontmoeting met hem, zijn familie, zijn aanhangers, zijn teksten, dan kan ik zeggen dat ik veel van zijn begeestering heb omarmd en begrijp.
Voor mijn leven en in het werk als coach en trainer zie ik een leidraad, een herkenning, een visie die mij dierbaar is. Laat ik die kort samenvatten:
– Je hebt zo veel vrijheid als je zelf durft te nemen.
– Luister naar jezelf, daar is louternieuwsgierigheid.
– Het is geweldig om van mening te verschillen als je bereid bent aan introversie (zelfonderzoek) te doen.
– Juich de eigen meningsvorming toe ook als hij je niet uitkomt.
– Er is geen autoriteit buiten je.
– De massa is dom en laat zich dom houden.
– Niemand maakt ons tot slaaf. Wij maken hen tot slavenhouders.
– In jou is een goddelijke vonk. Leer die kennen.
– Je kunt geroepen worden. Ben je klaar voor de strijd?
– We moeten solidair zijn voor een betere wereld.
– Mijn vrijheid houdt op waar ik jouw vrijheid belemmer.
– Wees in alles geweldloos. Er is altijd minder geweld mogelijk.
– Denkende mensen drinken niet en drinkende mensen denken niet.
Mijn coachpraktijk
En nu kijk ik naar mijn coachpraktijk. Wie komen daar binnen? Mensen met burnoutklachten, functioneringsproblemen, machteloze mensen, mensen die een doel kwijt zijn, mensen die zichzelf willen verbeteren, mensen die bepaalde dingen niet voor mekaar krijgen, het lukt niet meer, mensen die op reis zijn maar zich de reis nog niet bewust zijn, mensen die te veel pleasen of die alles goed willen doen of geen fouten mogen maken van zichzelf, mensen die gepest worden op het werk, mensen met sluimerende verslavingsproblemen. Ontkennende, boze, weglacherige, verklarende, onzekere, overzekere mensen. Eigenlijk allemaal mensen die nog niet of niet meer weten hoe ze sterk kunnen zijn.
Uiteraard ga ik alleen maar met hen op reis. Ik ga uit van hun vraag en ik volg de draad, stel vragen, wijs eens wat aan, spiegel, verklaar, oefen.
Durf je de vrijheid te nemen?
Maar toch in 30 jaar coachpraktijk is er één vraag te midden van alle vragen die in 100 variaties voorbij komt en die is: durf je de vrijheid te nemen?
En … is coaching niet eigenlijk dát?
Bevrijd je jezelf of sta je anderen toe jou gevangen te houden?
Voel je de oproep voor jouw reis, voor jouw strijd, voor jouw leven, voor de zaak?
Ben je solidair of ben je bang?
Merk je op hoe nieuwsgierig je bent of ben je op oorlogspad?
Wil je je zin of wil je het leven?
Waar ga je voor: voor het succes of toch.. de liefde?
Tot slot
Ik heb me laten inspireren door de directe en poëtische taal van eind 19e en begin 20e eeuw. Het is heerlijk om naar te luisteren. Ik heb een tipje van mijn begeestering voor een vrijdenker opgelicht. Deze teksten werden uitgesproken en opgeschreven in een tijd toen er geleden werd, toen er opgeroepen werd tot oorlog, toen de kerk ons dom hield.
Maar zeg nu zelf… ondanks onze welvaart: zijn we vrij? Is er dan geen lijden? Is het geen oorlog dan? Word je niet dom gehouden?
Luister dan naar zijn advies:
“De geschiedenis zal duidelijk maken welke van de 2 machten wint. En dit zal worden de heroïsche strijd in de toekomst. De geest van geweld, de geest van winzucht aan de ene kant en de geest der liefde en gerechtigheid aan de andere zijde. De bevrijde mens weet aan welke zijde de overwinning zijn zal.”
En:
“Het is de zuiver menselijke geest die hunkert naar recht, rede en broederschap. Daarom is dit het enige nodige. Dat wij die geest aanwakkeren en opwekken opdat die ontwaakt. Dan zullen we ons in menselijke trots verheffen en weigeren ons langer in dienst te stellen van dat wat wij innerlijk verwerpen”.
Niko Stammes
Deze blogpost is – onder de titel Vrijdenken – eerder verschenen in het maartnummer 2019 van het Tijdschrift voor Coaching